75 ml slagroom
2 eidooiers
50 +150 gr witte basterdsuiker
50 gr cacaopoeder
250 gr boter, gesmolten (1 pakje)
225 gr biscuits (Maria biscuits)
Doe de eidooiers met de 50 gram basterdsuiker in een kom en klop deze door elkaar.
Doe de slagroom in een steelpannetje en breng dit aan de kook.
Schenk de kokende slagroom al roerende op het eidooiermengsel en klop alles goed door.
Giet het mengsel terug in de pan. Verwarm het op laag vuur en blijf roeren tot het mengsel dikker begint te worden. De custard mag niet koken, verwarm deze tot ongeveer 85 °C. Haal de pan dan van het vuur.
Doe de rest van de basterdsuiker met het cacaopoeder en de uiteindelijke custard in een kom en klop dit met een (hand)mixer met garde(s) door elkaar. Voeg de gesmolten boter toe en klop alles door tot de suiker opgelost is. Dit kun je testen door wat van het mengsel tussen duim en wijsvinger te pakken. Voel je nog korrels van de suiker, dan moet je iets langer
Doe de biscuitjes in een schone theedoek en vouw deze dicht. Sla met een deegroller (of een ander hard voorwerp) op de doek zodat de koekjes in stukjes breken.
(Of breek gewoon met de hand)
Voeg de biscuitstukjes toe aan het chocolademengsel en roer door elkaar.
Bekleed de binnenkant van een vierkant bakblik met bakpapier en laat het aan de bovenkant over de rand hangen. Schep het mengsel in het blik, druk het goed aan.
Laat de arretjescake 2-3 uur opstijven in de koelkast. Haal de cake na het opstijven met behulp van het bakpaper uit de vorm en snijd ‘m in kleine 1 has blokjes.
